Assessing Acceptance of Assistive Social Agent Technology by Older Adults: the Almere Model
Onderwerp
Het gaat over een model over de acceptatie van technologie, welke speciaal is ontworpen om te kijken hoe ondersteunende sociale robots worden geaccepteerd door ouderen.
Verwerking
Behoefte
Tegenwoordig hebben veel mensen verzorging nodig van verzorgers. Echter is er een tekort aan verzorgers doordat beschikbaarheid, de vraag niet bij kunnen houden. Er is dus behoefte aan sociale agenten die de verzorgers kunnen ontzien. Er word onderscheid gemaakt tussen ondersteunende sociale robots die ontworpen zijn om sociale interactie aangaan met de gebruiker en tussen ondersteunende robots die dat niet doen. Een voorbeeld van zo'n sociale robot is de zeehond robot Paro. Shibata et al’s bevindingen suggereren dat Paro de zelfde sociale voordelen heeft als een echt huisdier.Shibata T, Wada K, Tanie K (2003) Statistical analysis and comparison of questionnaire results of subjective evaluations of seal robot in Japan and UK. In: Proceedings IROS 2003
Acceptatie
Het plezier dat je beleefd aan de interactie heeft invloed op de acceptatie door de gebruiker. Hoewel de sociale robot vooral als doel heeft om ondersteuning bieden en bruikbaar te zijn en maar deels voor plezier, is plezier een eigenschap welke deel moet zijn acceptatie model voor robot technologie. Ook het gevoel hebben dat je in gezelschap bent speelt daarmee een rol, en dat uit zich vooral wanneer de robot een karakter belichaamt en kan communiceren met gebruik van de natuurlijke taal en het hebben van non verbale eigenschappen. Daarnaast is vertrouwen een belangrijk punt in het model en heeft direct invloed op de intenties van de gebruiker om de sociale agent te gebruiken. Een robot met meer sociale vaardigheden heeft uitgewezen meer vertrouwen te wekken bij de gebruiker. De staat/gezondheid van ouderen kan snel veranderen na bijvoorbeeld een medische ingreep of medicijnen waarna de gebruiker zich beter voelt of andere gebeurtenissen waardoor een gebruiker wordt beinvloed. Daarom is het voor ouderen essentieel dat een robot zich kan aanpassen aan de situatie en behoeftes van de gebruiker.
Het model
Het model gebruikt de volgende eigenschappen om de intentie tot het gebruik en het daadwerkelijke gebruik van de robot in uit te drukken: Perceived Usefulness, Perceived ease of Use, Perceived Enjoyment, Trust, Attitude,Social Influence and Facilitating Conditions.
De volgende eigenschappen werden als potentiele eigenschappen gezien maar worden niet als bepalende factor ingeschat Anxiety, Perceived Sociability, Perceived Social Presence and perceived Adaptivity
Het model gebruikt de volgende hypotheses
1. Use is determined by (a) Intention to Use and influenced by (b) Social Influence and (c) Facilitating Conditions
2. Intention to Use is determined by (a) Perceived Usefulness, (b) Perceived Ease of Use, (c) Attitude, (d) Perceived Enjoyment, (e) Social Influence and (f) Trust
3. Perceived Usefulness is determined by (a) Perceived Ease of Use (b) Perceived Adaptability and (c) Anxiety
4. Perceived Ease of Use is determined by (a) Anxiety and (b) Perceived Enjoyment.
5. Perceived Enjoyment is determined by (a) Perceived Sociability and (b) Social Presence
6. Perceived Sociability is determined by Trust.
7. Social Presence is determined by Perceived Sociability
Waarvoor geldt: hypothese 1 kon maar deels worden bevestigd, hypothese 2 en 3 kon volledig worden geaccepteerd, hypothese 4 kon deels worden bevestigd met Enjoyment voorspelt Perceived Ease of Use. Hypothese 5 kon deels worden bevestigd met Perceived Sociability voorspelt Enjoyment. En hypothese 6 en 7 konden volledig worden geaccepteerd.