Projectweek 3

From Control Systems Technology Group
Revision as of 13:32, 18 September 2014 by S110309 (talk | contribs)
Jump to navigation Jump to search

Projectweek 3

We hebben besloten om onderzoek te gaan doen naar de angst van mensen (50-70 jarigen) m.b.t. robots. We willen onderzoeken of men minder angst toont na fysieke en niet-fysieke interactie met de robot. Ook willen we erachter komen of tussen deze twee soorten interacties een verschil waarneembaar bij het meten van deze angst. De resultaten van dit onderzoek kunnen goed gebruikt worden bij het probleem van voornamelijk de toepassing van de zorgrobot in de maatschappij. Om de zorgrobot te introduceren wil men de angst zoveel mogelijk verkleinen en dus kan uit dit onderzoek gehaald worden wat het beste manier is om dat te doen en hoeverre deze twee benaderingswijzen helpen.

We moeten vervolgens goed nadenken over hoe we het onderzoek aan gaan pakken en op welke punten we moeten letten.

  • Sample size; hoeveel proefpersonen voor significantie? Deze hangt af van de gewenste betrouwbaarheidsinterval, de grootte van je populatie en hoeveel procent zeker je wilt zijn van je onderzoek (betrouwbaarheidslevel).
  • Enquêtes; voorbeeldenquêtes opzoeken en die zodoende aanpassen dat deze bruikbaar is voor ons onderzoek.
  • Zoveel mogelijk factoren uitsluiten die het onderzoek kunnen beïnvloeden en dus onbruikbaar kunnen maken.
  • Nadenken over de tijd die tussen de robotinteractie en het invullen van de enquête moet zitten.

Angstonderzoek: Mensen kunnen verschillende soorten angsten hebben en voor deze soorten angsten zijn er dan ook verschillende metingen die toegepast kunnen worden om de status ervan op te meten. Algemene meetinstrumenten zijn:

  • Hospital Anxiety and Depression Scale-Anxiety
  • Symptom Checklist-90
  • Structured Clinical Interview for DSM-IV Axis I Disorders
  • Hamilton Angst Schaal
  • Worry Domains Questionnaire

...en veel meer, zie [1] Door de bovenstaande te combineren en aan te passen, kunnen we tot efficiënte vragen komen en dus een efficiënt onderzoek naar angst m.b.t. robots.


Planning week 3

  • Donderdag 18-09-2014 bijeenkomen en werken aan het precies formuleren van de hoofd- en onderzoeksvragen.
  • Discussiëren over de aanpak van het onderzoek en de methodes waar we gebruik van willen maken en dat op papier zetten.
  • Hoeveel mensen willen we minimaal aan het onderzoek mee laten doen? Waar vinden we zoveel 50-70 jarigen?
  • Proefpersonen: 2 groepen, 1 groep die geconforonteerd wordt met de fysieke robot en de ander met beeldrobot. Het moet wel dezelfde robot zijn, anders beïnvloedt dat onze resultaten. Verder moeten de twee groepen natuurlijk niet dezelfde mensen zijn. Wel moeten we ervoor zorgen dat de twee groepen op bepaalde factoren overeenkomst tonen. Welke factoren dat zijn moet nog besproken worden.
  • Taken verdelen voor week 3/4.

Planning week 4

  • Vragenlijst maken die angst meet (welke soort angst willen we meten?).
  • Proefpersonen zoeken en daarmee afspraken maken voor week 5.
  • Enquetes maken en meetopstelling bedenken voor ons onderzoek.