Viotar/Background information: Interview with Hendrik Zick

From Control Systems Technology Group
Jump to navigation Jump to search

Background information: Interview with Hendrik Zick


William Schattevoet
David Duwaer
Eric Backx
Arjan de Visser


Subpages:


Main page

Patent Research

Working of the violin

Software Design (Quantifying the signal we want to see)

Hardware Design

Background information: Interview with Hendrick Zick

Ways to exite the string

Model


Overview:


Because we were not certain what the real violin sound means for a violin player or violin builder, we had to do some research on this subject. For this research, and to ask for advice, we interviewed a Dutch violin builder called Hendrick Zick. We talked about his profession and about what makes a violin, a couple of questions we asked are listed below so everybody can get a bit background information on the topic. This part is meanly for our own benefits, but can also be interesting for someone that is not familiar with the violin.

Background information: Interview with Hendrik Zick

History of the Violin

It is believed that the violin originated from Italy in the early 1500s. It evolved from the fiddle and rebec, both were bowed string instruments from the Medieval period. The violin also emerged from the lira da braccio, a violin-like instrument of the Renaissance period. The viol, which came before the violin, is also closely related. It is Andrea Amati who is the known developer of the violin. Amati apprenticed as a lute maker and in 1525, he became a master instrument maker.
The earliest noted violin makers were Gasparo da Salò and Giovanni Maggini, both Italians, but it is during the 17th and early 18th centuries that the art of violin making reached its peak. The Italians Antonio Stradivari and Giuseppe Guarneri as well as the Austrian Jacob Stainer are most noted during this period. Stradivari was an apprentice to Nicolo Amati, Andrea Amati's grandson.
The earliest form of the violin is very different from that of today. The early violins had a neck that was shorter, thicker and less angled. The fingerboard was likewise shorter, the bridge was flatter and the strings were made of gut.
At first the violin wasn't popular, in fact, it was considered a musical instrument of low status. But by the 1600s such well-known composers as Claudio Monteverdi used the violin in his operas, thus the violins' status grew. The violins' prestige continued to rise during the Baroque period, made more notable by such celebrated figures in music as Antonio Vivaldi and Johann Sebastian Bach.
By the mid-18th century, the violin enjoyed a vital place in instrumental music ensembles. In the 19th century, the violins' rise to fame continued in the hands of virtuoso violinists such as Nicolò Paganini and Pablo de Sarasate. In the 20th century the violin reached new heights both in technical and artistic aspects. Isaac Stern and Fritz Kreisler are some of the well-known icons of this time. Truly, the violin has come a long way.

About the bow

The wooden part of the bow is made out of Brasilwood, which has proven its effectiveness by means of stability and elasticity. When selecting the wood for a bow the bow builder looks at the structure of the wood, from the structure of the wood the builder can obtain whether the wood is easy to work with. After selecting the wood it is abraded until it has the correct shape and bended while heated above a fire. Research has been done with bows made of carbon, but for now the results were never as good as a wooden bow.

About the hair on the bow

The hair used for a bow is horsehair, horsehair has a very fine structure. The hair of Mongolian horses is the best suitable hair to use for a bow. The finer the structure of the hair that is used, the better the sound that is produced. There is only a downside to that, when the hair gets finer it also becomes thinner and weaker. Therefore more hair is needed when it is finer. Finer hair means more crooks and more crooks mean that the resin that is used sticks to the hair better. The horsehairs on the bow are also artificially made, but this also gave a result that wasn’t satisfying. The resin that is used on the bow also determines the sound of the bow on the string.

De bouw van een viool

Rond het begin van de 19e eeuw werden violen “virtuozer”. Voor die tijd waren de halzen korter dan dat ze nu zijn. Mensen speelden toen alleen in lage posities op de viool, en het bereik was beperkt. Toen violisten als Paganini lieten zien dat er veel meer mogelijk was met een viool, gingen violen veranderen. Bestaande violen werden omgebouwd (nieuwe violen waren en zijn nog steeds erg duur) zodat de hals langer werd, zodat men op hogere posities kon spelen. Hierbij kwam ook een hogere snaarspanning kijken. Hierdoor kwamen ook andere eisen aan de constructie van de viool. Veel instrumenten klonken in het hogere (nieuwe) register niet, omdat daarvoor hogere resonantiefrequenties nodig zijn. Veel instrumenten van Stradivarius bleven echter wel goed klinken, en dat is waardoor ze zo beroemd zijn geworden. Het op klank brengen van een viool bestaat voor een groot deel uit het variëren van de dikte van het voor- en achterblad. Dit luistert heel nauw, de kleinste diktevariatie op een klein gebied op het blad leidt direct tot verandering in de klank. Je hebt goedkope instrumenten, die bijvoorbeeld in Rusland of China worden gebouwd, dat zijn blokken hout en die worden voorgefreesd zodat men een boven- of onderblad krijgt. De zowel de binnenwelving als de buitenwelving zijn dan bijna klaar. Je kunt daarna echter niet een blad geautomatiseerd op klank brengen, want elk stukje hout klinkt weer anders. Zou je uit dezelfde boom een net zo dik, hetzelfde georienteered blad halen uit bijna dezelfde plek in de boom, dan klinkt hij toch anders. Het hout is sterk inhomogeen. Daarom moet het op klank brengen voor iedere viool anders gebeuren. Dat is de reden dat goede instrumenten altijd handgemaakt zijn. Bij een meesterwerk van een viool is 80-85% handwerk. Je kunt een beetje voorfrezen maar de rest moet je met de hand doen. Bij het bouwen moet je doen wat het hout zegt en niet andersom. Als je ergens een goede frequentie uit een gebiedje kan halen moet je dat aangrijpen. Je kunt niet volgens een vast plan werken om bijvoorbeeld een Stradivarius na te bouwen, want het hout zal zich niet aan je vaste plan aanpassen. De toets van de viool is van esdoorn. Beuken is te “stug”, het wil niet zo makkelijk trillen (voor de klankkast) en daarom is men uitgekomen bij brasil. De vlammen op een elektrische gitaar zijn esdoorn. Esdoorn bemoeilijkt het krijgen van een goede klank, maar je kán er een betere klank mee krijgen omdat het hard is en een hoge eigenfrequentie heeft. Hogere eigenfrequenties is wat men meestal zoekt, omdat het hoge bereik van een viool dat vereist. Voor het bovenblad heeft men bewust een andere houtsoort gekozen: grenen. In nerven zijn donkere streepjes winterhout, lichte streepjes zomerhout. Dit andere hout is vanwege de klankkleur. Er zijn mensen die hebben geprobeerd bepaalde mineralen in de grondlaag van de lak te verwerken, en beweren dat dit de viool beter laat klinken. Zick doet dit af als onzin, omdat dit zou betekenen dat over het hele oppervlak van de viool hetzelfde moet gebeuren om hem “beter” te laten klinken, áls “beter” al een definieerbaar begrip is. Het tegendeel is namelijk waar: door de inhomogeeniteit van het hout moet voor de resonanties die de klank vormen te beïnvloeden ieder plekje op de viool anders worden behandeld.

What could Zick do to improve the design of the violin?

Zick doesn’t think he could change anything to improve the design. The size of the violin determines the tone reach. When the size changes it isn’t a violin anymore, but an alt ore a base. The shape also determines the sound of the violin, therefore the shape cannot be changed when making a violin. So when you want to make a violin there aren’t any things that can be changed. Still there are a lot of tests done with different materials and shapes but the sound didn’t improve. Therefore these different designs never lead to an improvement of the traditional violin and never became popular. The reason that the violin sounds ‘good’ is the fact that a lot of higher tones are generated due to the in homogeneity of the wood. The tones are not duplicable when a different material is used.