Viotar/Background information: Interview with Hendrik Zick
Background information: Interview with Hendrik ZickHistory of the ViolinIt is believed that the violin originated from Italy in the early 1500s. It evolved from the fiddle and rebec, both were bowed string instruments from the Medieval period. The violin also emerged from the lira da braccio, a violin-like instrument of the Renaissance period. The viol, which came before the violin, is also closely related.
It is Andrea Amati who is the known developer of the violin. Amati apprenticed as a lute maker and in 1525, he became a master instrument maker. About the bowThe wooden part of the bow is made out of Brasilwood, which has proven its effectiveness by means of stability and elasticity. When selecting the wood for a bow the bow builder looks at the structure of the wood, from the structure of the wood the builder can obtain whether the wood is easy to work with. After selecting the wood it is abraded until it has the correct shape and bended while heated above a fire. Research has been done with bows made of carbon, but for now the results were never as good as a wooden bow. About the hair on the bowThe hair used for a bow is horsehair, horsehair has a very fine structure. The hair of Mongolian horses is the best suitable hair to use for a bow. The finer the structure of the hair that is used, the better the sound that is produced. There is only a downside to that, when the hair gets finer it also becomes thinner and weaker. Therefore more hair is needed when it is finer. Finer hair means more crooks and more crooks mean that the resin that is used sticks to the hair better. The horsehairs on the bow are also artificially made, but this also gave a result that wasn’t satisfying. The resin that is used on the bow also determines the sound of the bow on the string. De wolfnootMet name cellisten krijgen te maken met een fenomeen genaamd de wolfnoot. Op een bepaalde snaar (meestal de G-snaar) op een hoge positie zit dan een noot waarbij de toonhoogte hevig gaat schommelen, iets wat een speler wil vermijden. Deze wolfnoot is bij een strijkinstrument niet te voorkomen, men kan hem alleen onderdrukken door de resonanties bij deze noot te onderdrukken. Ook de speler kan de wolfnoot een beetje opvangen door de manier waarop hij strijkt. Hij is hierbij ook afhankelijk van de strijkstok. Een slechte goedkope strijkstok kan de wolftoon niet goed afvangen, omdat hij te “stijf” of “te stug” is, een goede strijkstok kan dat beter. Over het algemeen is de wolfnoot sterker bij een lagere snaarspanning. Een stalen snaar is normaal strakker gespannen, waardoor hij wat sneller “reageert”, dat wil zeggen, wat sneller van waveform verandert. Hierdoor is een wolfnoot vaak weer “sneller weg”. De bouw van een vioolRond het begin van de 19e eeuw werden violen “virtuozer”. Voor die tijd waren de halzen korter dan dat ze nu zijn. Mensen speelden toen alleen in lage posities op de viool, en het bereik was beperkt. Toen violisten als Paganini lieten zien dat er veel meer mogelijk was met een viool, gingen violen veranderen. Bestaande violen werden omgebouwd (nieuwe violen waren en zijn nog steeds erg duur) zodat de hals langer werd, zodat men op hogere posities kon spelen. Hierbij kwam ook een hogere snaarspanning kijken. Hierdoor kwamen ook andere eisen aan de constructie van de viool. Veel instrumenten klonken in het hogere (nieuwe) register niet, omdat daarvoor hogere resonantiefrequenties nodig zijn. Veel instrumenten van Stradivarius bleven echter wel goed klinken, en dat is waardoor ze zo beroemd zijn geworden. Het op klank brengen van een viool bestaat voor een groot deel uit het variëren van de dikte van het voor- en achterblad. Dit luistert heel nauw, de kleinste diktevariatie op een klein gebied op het blad leidt direct tot verandering in de klank. Je hebt goedkope instrumenten, die bijvoorbeeld in Rusland of China worden gebouwd, dat zijn blokken hout en die worden voorgefreesd zodat men een boven- of onderblad krijgt. De zowel de binnenwelving als de buitenwelving zijn dan bijna klaar. Je kunt daarna echter niet een blad geautomatiseerd op klank brengen, want elk stukje hout klinkt weer anders. Zou je uit dezelfde boom een net zo dik, hetzelfde georienteered blad halen uit bijna dezelfde plek in de boom, dan klinkt hij toch anders. Het hout is sterk inhomogeen. Daarom moet het op klank brengen voor iedere viool anders gebeuren. Dat is de reden dat goede instrumenten altijd handgemaakt zijn. Bij een meesterwerk van een viool is 80-85% handwerk. Je kunt een beetje voorfrezen maar de rest moet je met de hand doen. Bij het bouwen moet je doen wat het hout zegt en niet andersom. Als je ergens een goede frequentie uit een gebiedje kan halen moet je dat aangrijpen. Je kunt niet volgens een vast plan werken om bijvoorbeeld een Stradivarius na te bouwen, want het hout zal zich niet aan je vaste plan aanpassen. De toets van de viool is van esdoorn. Beuken is te “stug”, het wil niet zo makkelijk trillen (voor de klankkast) en daarom is men uitgekomen bij brasil. De vlammen op een elektrische gitaar zijn esdoorn. Esdoorn bemoeilijkt het krijgen van een goede klank, maar je kán er een betere klank mee krijgen omdat het hard is en een hoge eigenfrequentie heeft. Hogere eigenfrequenties is wat men meestal zoekt, omdat het hoge bereik van een viool dat vereist. Voor het bovenblad heeft men bewust een andere houtsoort gekozen: grenen. In nerven zijn donkere streepjes winterhout, lichte streepjes zomerhout. Dit andere hout is vanwege de klankkleur. Er zijn mensen die hebben geprobeerd bepaalde mineralen in de grondlaag van de lak te verwerken, en beweren dat dit de viool beter laat klinken. Zick doet dit af als onzin, omdat dit zou betekenen dat over het hele oppervlak van de viool hetzelfde moet gebeuren om hem “beter” te laten klinken, áls “beter” al een definieerbaar begrip is. Het tegendeel is namelijk waar: door de inhomogeeniteit van het hout moet voor de resonanties die de klank vormen te beïnvloeden ieder plekje op de viool anders worden behandeld. What could Zick do to improve the design of the violin?Zick doesn’t think he could change anything to improve the design. The size of the violin determines the tone reach. When the size changes it isn’t a violin anymore, but an alt ore a base. The shape also determines the sound of the violin, therefore the shape cannot be changed when making a violin. So when you want to make a violin there aren’t any things that can be changed. Still there are a lot of tests done with different materials and shapes but the sound didn’t improve. Therefore these different designs never lead to an improvement of the traditional violin and never became popular. The reason that the violin sounds ‘good’ is the fact that a lot of higher tones are generated due to the in homogeneity of the wood. The tones are not duplicable when a different material is used. |