Printer Casus/Handleiding experimenten
Handleiding voor het meten aan en regelen van de experimentele HP printer opstelling
Behorende bij de casus De Printerkop (4G031)
---
Deze pagina is afgeleid van het orginele document: [1].
In deze handleiding wordt de benodigde #Hardware en #Software voor het meten aan en regelen van de experimentele HP printer opstelling die bij de casus De Printerkop (4G031) wordt gebruikt, besproken. #Start-up en experimenten bevat een introductie tot het gebruik van de opstelling en het daadwerkelijk uitvoeren van experimenten. Voor het gebruik van een opstelling dien je je in te schrijven op de daarvoor bestemde inschrijflijsten in SEL3. Hierbij mag je als groep iedere keer maximaal 1 keer tegelijk voor 1 opstelling inschrijven. Aan de balie in SEL3 kun je de benodigde TUeDACS en toebehoren lenen. Bijna elke dag zal gedurende een aantal uur hulp (Bas Coenen) aanwezig zijn in SEL3 waar je je vragen kwijt kunt. De uren waarop Bas aanwezig is, staan op de inschrijflijsten aangegeven. Voor vragen kun je terecht bij Bas Coenen (s.a.m.coenen@student.tue.nl) en Gerrit Naus (g.j.l.naus@tue.nl, tel 4092, Wh -1.142). De projectco ̈rdinator is Ren ́ van de Molengraft (m.j.g.v.d.molengraft@tue.nl, tel 2998, Wh -1.141).
Hardware
Voor de casus wordt een uitgeklede A3-formaat HP printer gebruikt, zie Figuur 1.1. De benodigde hardware voor de experimentele opstelling is in Tabel 1.1 opgenomen. Je dient zelf voor een notebook en USB-stick te zorgen.
De printerkop wordt door een gelijkstroommotor aangedreven via een
riemoverbrenging. De positie van de printerkop wordt gemeten met behulp van
een lineaire incrementele encoder. De optische encoder-sensor is in de printerkop
gemonteerd. Uiterst links is een eind-switch aangebracht die gebruikt wordt
om de positie van de printerkop te initialiseren. Met het TUeDACS-systeem is
het mogelijk om via een notebook metingen aan de opstelling te verrichten en
tevens de printer real-time aan te sturen. De versterker zorgt voor de benodigde
stroomversterking van het stuursignaal dat vanuit de TUeDACS naar de motor
wordt gestuurd.
De kabels van de hardware dienen bevestigd te worden zoals in tabel 1.2
is aangegeven. Verder dienen de versterker en de TUeDACS van voedings-kabels
voorzien te worden. LET OP: schakel de versterker NOOIT in (ON ) voordat de
er een stuursignaal is gedefinieerd door de Wintarget software (zie Sectie 1.3).
Een crash van de printer kan het gevolg zijn. Op sommige oudere versterkers
staat nog 0 − 2, 5 V in plaats van +/ − 2, 5 V. Dit is incorrect, alle versterkers
hebben een bereik van +/ − 2, 5 V.
Software
Start-up en experimenten
- ↑ M.J.G.v.d.Molengraft@tue.nl, J.J.P.A. Willems, Handleiding bij de tweedejaars casus (4G031), De Printerkop. Technische Universiteit Eindhoven, 19 september 2010