Omgang met bordschrijfrobot: Difference between revisions

From Control Systems Technology Group
Jump to navigation Jump to search
No edit summary
Line 1: Line 1:
==Wat schrijf je op?==
==Wat schrijf je op?==
Het verhaal dat een docent vertelt moet ook op het bord komen, maar niet alles wat de docent vertelt hoeft letterlijk op het bord te verschijnen. Sterker nog, dat is verre van ideaal. Een Powerpoint van een docent bevat vaak korte statements en wanneer een docent op een bord schrijft, schrijft hij/zij vaak ook alleen het noodzakelijke op. Richtlijnen voor het maken van goede slides bevatten zelfs tips om zo min mogelijk woorden te gebruiken.  
Het verhaal dat een docent vertelt moet ook op het bord komen, maar niet alles wat de docent vertelt hoeft letterlijk op het bord te verschijnen. Sterker nog, dat is verre van ideaal. Een PowerPoint van een docent bevat vaak korte statements en wanneer een docent op een bord schrijft, schrijft hij/zij vaak ook alleen het noodzakelijke op. Richtlijnen voor het maken van goede slides bevatten zelfs tips om zo min mogelijk woorden te gebruiken. Dit verschilt met het taalgebruik dat doorgaans door een docent tijdens colleges wordt gebruikt. Op de een of andere manier moet de bordschrijver naar het verhaal van de docent luisteren en vervolgens bepalen welke woorden opgeschreven moeten worden. Het taalselectieproces kan op verschillende manieren worden gedaan.
De selectie zou door het apparaat zelf gedaan kunnen worden. Uit het verhaal van docent zou het apparaat de kern kunnen halen en dit opschrijven. De docent geeft dan wat controle weg, maar hoeft zich er ook weinig mee bezig te houden, waardoor hij/zij zich beter op het college kan richten. Het apparaat heeft veel informatie om mee te werken. Als het apparaat genoeg kennis van semantiek heeft, kan het bijvoorbeeld niet essentiële lidwoorden filteren. Door intonatie van de docent zouden belangrijke woorden kunnen worden opgepikt als ze worden benadrukt, gemeten in bijvoorbeeld een toonhoogte of volume. Dergelijke taalverwerking is echter hoogstaand en bovenal lastig te controleren voor de docent. De docent moet kunnen vertrouwen op de techniek. Omdat de kans op fouten en gebrek aan controle aanwezig zijn kiezen wij niet voor de vorm. Wel zou dit een interessante uitdaging voor de toekomst kunnen zijn.


Dit verschilt met het taalgebruik dat doorgaans door een docent tijdens colleges wordt gebruikt. Op de een of andere manier moet de bordschrijver naar het verhaal van de docent luisteren en vervolgens bepalen welke woorden opgeschreven moeten worden. Het taalselectieproces kan op verschillende manieren worden gedaan. De docent zou bijvoorbeeld een soort afstandbediening in de hand kunnen hebben. Alles wat de docent zegt terwijl deze een knop indrukt wordt opgeschreven door de bordschrijfrobot. De docent heeft of deze manier veel controle over wat er precies op het bord komt. De vraag is wel of dit er voor zorgt dat de informatie zo effectief mogelijk wordt opgeschreven. Bovendien moet de docent zich constant bezig houden met wat er wel en niet op het bord moet.  
Realiseerbaarder is om de docent een soort afstandsbediening in de hand te geven, met een dicteerknop en verwijderknop. Alles wat de docent zegt terwijl deze de dicteerknop houdt ingedrukt wordt letterlijk opgeschreven door de bordschrijfrobot. Met de verwijderknop kan de laatst-opgeschreven tekst worden verwijderd. De docent heeft of deze manier veel controle over wat er precies op het bord komt. De methode vereist dat de docent hier over nadenkt, en kost op deze manier meer moeite dan een automatisch samenvattende robot, maar het ontneemt wel onzekerheid over wat er precies op het bord verschijnt. Wij denken dat de robot op deze manier voor de gebruiker betrouwbaarder is.


Alternatief kan de selectie ook door het apparaat zelf gedaan worden. Uit het verhaal van docent zou het apparaat de kern kunnen halen en dit opschrijven. De docent geeft dan wat controle weg, maar hoeft zich er ook weinig mee bezig te houden, waardoor hij/zij zich beter op het college kan richten. Het apparaat heeft veel informatie om mee te werken. Als het apparaat genoeg kennis van semantiek heeft, kan het bijvoorbeeld makkelijk onessentiële lidwoorden filteren. Door intonatie van de docent kunnen belangrijke woorden worden opgepikt als ze worden benadrukt, gemeten in bijvoorbeeld een toonhoogte of volume.
We willen blinde docenten ook de mogelijkheid geven met dit apparaat grafieken te plotten. In bijna elk vak is er wel iets dat verduidelijkt kan worden met behulp van een grafiek. De robot moet functies kunnen plotten zoals ook een grafische rekenmachine dat kan. Als de docent de input kan leveren die normaal op een grafische rekenmachine gegeven wordt, kan deze met het apparaat communiceren welke grafieken geplot worden. Daarnaast moet de docent ook labels toe kunnen voegen. De afstandsbediening wordt ook hier voor gebruikt, maar dan in combinatie met stemcommando’s. De docent moet in ieder geval het volgende kunnen doen en voor elk van deze functies is een commando nodig:
* Maak een grafiek met een naam
* Sla de grafiek op
* Laad een grafiek
* Beschrijf functie wiskundig
* Label x-as
* Label y-as
 
De docent ook wiskundige vergelijkingen en formules duidelijk kunnen maken aan de robot. Naast dat het nodig is om formules te plotten is dit ook een doel op zich. Wiskundecolleges zouden lastig zijn zonder deze mogelijkheid. We moeten erop letten dat syntax als haakjes de semantiek van een wiskundige uitdrukking beïnvloedt.  


We willen blinde docenten ook de mogelijkheid geven met dit apparaat grafieken te plotten. In bijna elk vak is er wel iets dat verduidelijkt kan worden met behulp van een grafiek. De robot moet functies kunnen plotten zoals ook een grafische rekenmachine dat kan. Als de via spraak de input kan leveren die normaal op een grafische rekenmachine gegeven wordt, kan de docent met het apparaat communiceren over welke grafieken geplot worden. Daarnaast moet de docent ook labels toe kunnen voegen. Als de docent een afstandbediening gebruikt, kan deze meteen worden gebruikt voor het plotten. Als het systeem op spraakherkenning werkt, moet het een aantal voice commands kennen.
==Positie op bord==
==Positie op bord==
Als de robot weet wat het op het bord moet zetten, moet het nog bedenken waar het terecht gaat komen. Om dit te bepalen moet de robot ten eerste na het opstarten de omgeving verkennen. Het moet weten hoe groot het bord is en wat de verhoudingen zijn. In westerse talen schrijven we van links naar rechts en van boven naar onder. Het is daarom logisch om linksboven te beginnen. Als we aannemen dat de colleges van de docent een logische volgorde van onderwerpen hebben, is het waarschijnlijk ook logisch om deze volgorde op het bord aan te houden. Omdat schoolborden en white boards vaak breed zijn, is het nuttig om ze in te delen in twee of drie kolommen (het aantal afhankelijk van de grootte van het bord). Het maakt het bord enerzijds overzichtelijker en anderzijds is het handig als het bord vol staat. Bij een vol bord kan de oudste kolom weggeveegd worden voor nieuwe ruimte. Zo kunnen studenten ook nog steeds even terugkijken naar wat er een paar minuten eerder is gezegd, zodat ze de draad minder snel kwijtraken. Grafieken zullen de breedte van een kolom aannemen zodat ze gemakkelijk tussen de rest passen.
Als de robot weet wat het op het bord moet zetten, moet het nog bedenken waar het terecht gaat komen. Om dit te bepalen moet de robot ten eerste na het opstarten de omgeving verkennen. Het moet weten hoe groot het bord is en wat de verhoudingen zijn. In westerse talen schrijven we van links naar rechts en van boven naar onder. Het is daarom logisch om linksboven te beginnen. Als we aannemen dat de colleges van de docent een logische volgorde van onderwerpen hebben, is het waarschijnlijk ook logisch om deze volgorde op het bord aan te houden. Omdat schoolborden en white boards vaak breed zijn, is het nuttig om ze in te delen in twee of drie kolommen (het aantal afhankelijk van de grootte van het bord). Het maakt het bord enerzijds overzichtelijker en anderzijds is het handig als het bord vol staat. Bij een vol bord kan de oudste kolom weggeveegd worden voor nieuwe ruimte. Zo kunnen studenten ook nog steeds even terugkijken naar wat er een paar minuten eerder is gezegd, zodat ze de draad minder snel kwijtraken. Grafieken zullen de breedte van een kolom aannemen zodat ze gemakkelijk tussen de rest passen.

Revision as of 01:59, 15 October 2015

Wat schrijf je op?

Het verhaal dat een docent vertelt moet ook op het bord komen, maar niet alles wat de docent vertelt hoeft letterlijk op het bord te verschijnen. Sterker nog, dat is verre van ideaal. Een PowerPoint van een docent bevat vaak korte statements en wanneer een docent op een bord schrijft, schrijft hij/zij vaak ook alleen het noodzakelijke op. Richtlijnen voor het maken van goede slides bevatten zelfs tips om zo min mogelijk woorden te gebruiken. Dit verschilt met het taalgebruik dat doorgaans door een docent tijdens colleges wordt gebruikt. Op de een of andere manier moet de bordschrijver naar het verhaal van de docent luisteren en vervolgens bepalen welke woorden opgeschreven moeten worden. Het taalselectieproces kan op verschillende manieren worden gedaan.

De selectie zou door het apparaat zelf gedaan kunnen worden. Uit het verhaal van docent zou het apparaat de kern kunnen halen en dit opschrijven. De docent geeft dan wat controle weg, maar hoeft zich er ook weinig mee bezig te houden, waardoor hij/zij zich beter op het college kan richten. Het apparaat heeft veel informatie om mee te werken. Als het apparaat genoeg kennis van semantiek heeft, kan het bijvoorbeeld niet essentiële lidwoorden filteren. Door intonatie van de docent zouden belangrijke woorden kunnen worden opgepikt als ze worden benadrukt, gemeten in bijvoorbeeld een toonhoogte of volume. Dergelijke taalverwerking is echter hoogstaand en bovenal lastig te controleren voor de docent. De docent moet kunnen vertrouwen op de techniek. Omdat de kans op fouten en gebrek aan controle aanwezig zijn kiezen wij niet voor de vorm. Wel zou dit een interessante uitdaging voor de toekomst kunnen zijn.

Realiseerbaarder is om de docent een soort afstandsbediening in de hand te geven, met een dicteerknop en verwijderknop. Alles wat de docent zegt terwijl deze de dicteerknop houdt ingedrukt wordt letterlijk opgeschreven door de bordschrijfrobot. Met de verwijderknop kan de laatst-opgeschreven tekst worden verwijderd. De docent heeft of deze manier veel controle over wat er precies op het bord komt. De methode vereist dat de docent hier over nadenkt, en kost op deze manier meer moeite dan een automatisch samenvattende robot, maar het ontneemt wel onzekerheid over wat er precies op het bord verschijnt. Wij denken dat de robot op deze manier voor de gebruiker betrouwbaarder is.

We willen blinde docenten ook de mogelijkheid geven met dit apparaat grafieken te plotten. In bijna elk vak is er wel iets dat verduidelijkt kan worden met behulp van een grafiek. De robot moet functies kunnen plotten zoals ook een grafische rekenmachine dat kan. Als de docent de input kan leveren die normaal op een grafische rekenmachine gegeven wordt, kan deze met het apparaat communiceren welke grafieken geplot worden. Daarnaast moet de docent ook labels toe kunnen voegen. De afstandsbediening wordt ook hier voor gebruikt, maar dan in combinatie met stemcommando’s. De docent moet in ieder geval het volgende kunnen doen en voor elk van deze functies is een commando nodig:

  • Maak een grafiek met een naam
  • Sla de grafiek op
  • Laad een grafiek
  • Beschrijf functie wiskundig
  • Label x-as
  • Label y-as

De docent ook wiskundige vergelijkingen en formules duidelijk kunnen maken aan de robot. Naast dat het nodig is om formules te plotten is dit ook een doel op zich. Wiskundecolleges zouden lastig zijn zonder deze mogelijkheid. We moeten erop letten dat syntax als haakjes de semantiek van een wiskundige uitdrukking beïnvloedt.

Positie op bord

Als de robot weet wat het op het bord moet zetten, moet het nog bedenken waar het terecht gaat komen. Om dit te bepalen moet de robot ten eerste na het opstarten de omgeving verkennen. Het moet weten hoe groot het bord is en wat de verhoudingen zijn. In westerse talen schrijven we van links naar rechts en van boven naar onder. Het is daarom logisch om linksboven te beginnen. Als we aannemen dat de colleges van de docent een logische volgorde van onderwerpen hebben, is het waarschijnlijk ook logisch om deze volgorde op het bord aan te houden. Omdat schoolborden en white boards vaak breed zijn, is het nuttig om ze in te delen in twee of drie kolommen (het aantal afhankelijk van de grootte van het bord). Het maakt het bord enerzijds overzichtelijker en anderzijds is het handig als het bord vol staat. Bij een vol bord kan de oudste kolom weggeveegd worden voor nieuwe ruimte. Zo kunnen studenten ook nog steeds even terugkijken naar wat er een paar minuten eerder is gezegd, zodat ze de draad minder snel kwijtraken. Grafieken zullen de breedte van een kolom aannemen zodat ze gemakkelijk tussen de rest passen.