Omgang met bordschrijfrobot: Difference between revisions
Line 8: | Line 8: | ||
We willen blinde docenten ook de mogelijkheid geven met dit apparaat grafieken te plotten. In bijna elk vak is er wel iets dat verduidelijkt kan worden met behulp van een grafiek. De robot moet functies kunnen plotten zoals ook een grafische rekenmachine dat kan. Als de via spraak de input kan leveren die normaal op een grafische rekenmachine gegeven wordt, kan de docent met het apparaat communiceren over welke grafieken geplot worden. Daarnaast moet de docent ook labels toe kunnen voegen. Als de docent een afstandbediening gebruikt, kan deze meteen worden gebruikt voor het plotten. Als het systeem op spraakherkenning werkt, moet het een aantal voice commands kennen. | We willen blinde docenten ook de mogelijkheid geven met dit apparaat grafieken te plotten. In bijna elk vak is er wel iets dat verduidelijkt kan worden met behulp van een grafiek. De robot moet functies kunnen plotten zoals ook een grafische rekenmachine dat kan. Als de via spraak de input kan leveren die normaal op een grafische rekenmachine gegeven wordt, kan de docent met het apparaat communiceren over welke grafieken geplot worden. Daarnaast moet de docent ook labels toe kunnen voegen. Als de docent een afstandbediening gebruikt, kan deze meteen worden gebruikt voor het plotten. Als het systeem op spraakherkenning werkt, moet het een aantal voice commands kennen. | ||
==Positie op bord== | ==Positie op bord== | ||
Als de robot weet wat het op het bord moet zetten, moet het nog bedenken waar het terecht gaat komen. Om dit te bepalen moet de robot ten eerste na het opstarten de omgeving verkennen. Het moet weten hoe groot het bord is en wat de verhoudingen zijn. In westerse talen schrijven we van links naar rechts en van boven naar onder. Het is daarom logisch om linksboven te beginnen. Als we aannemen dat de colleges van de docent een logische volgorde van onderwerpen hebben, is het waarschijnlijk ook logisch om deze volgorde op het bord aan te houden. Omdat schoolborden en white boards vaak breed zijn, is het nuttig om ze in te delen in twee of drie kolommen (het aantal afhankelijk van de grootte van het bord). | Als de robot weet wat het op het bord moet zetten, moet het nog bedenken waar het terecht gaat komen. Om dit te bepalen moet de robot ten eerste na het opstarten de omgeving verkennen. Het moet weten hoe groot het bord is en wat de verhoudingen zijn. In westerse talen schrijven we van links naar rechts en van boven naar onder. Het is daarom logisch om linksboven te beginnen. Als we aannemen dat de colleges van de docent een logische volgorde van onderwerpen hebben, is het waarschijnlijk ook logisch om deze volgorde op het bord aan te houden. Omdat schoolborden en white boards vaak breed zijn, is het nuttig om ze in te delen in twee of drie kolommen (het aantal afhankelijk van de grootte van het bord). Het maakt het bord enerzijds overzichtelijker en anderzijds is het handig als het bord vol staat. Bij een vol bord kan de oudste kolom weggeveegd worden voor nieuwe ruimte. Zo kunnen studenten ook nog steeds even terugkijken naar wat er een paar minuten eerder is gezegd, zodat ze de draad minder snel kwijtraken. |
Revision as of 23:24, 7 October 2015
Wat schrijf je op?
Het verhaal dat een docent vertelt moet ook op het bord komen, maar niet alles wat de docent vertelt hoeft letterlijk op het bord te verschijnen. Sterker nog, dat is verre van ideaal. Een Powerpoint van een docent bevat vaak korte statements en wanneer een docent op een bord schrijft, schrijft hij/zij vaak ook alleen het noodzakelijke op. Richtlijnen voor het maken van goede slides bevatten zelfs tips om zo min mogelijk woorden te gebruiken.
Dit verschilt met het taalgebruik dat doorgaans door een docent tijdens colleges wordt gebruikt. Op de een of andere manier moet de bordschrijver naar het verhaal van de docent luisteren en vervolgens bepalen welke woorden opgeschreven moeten worden. Het taalselectieproces kan op verschillende manieren worden gedaan. De docent zou bijvoorbeeld een soort afstandbediening in de hand kunnen hebben. Alles wat de docent zegt terwijl deze een knop indrukt wordt opgeschreven door de bordschrijfrobot. De docent heeft of deze manier veel controle over wat er precies op het bord komt. De vraag is wel of dit er voor zorgt dat de informatie zo effectief mogelijk wordt opgeschreven. Bovendien moet de docent zich constant bezig houden met wat er wel en niet op het bord moet.
Alternatief kan de selectie ook door het apparaat zelf gedaan worden. Uit het verhaal van docent zou het apparaat de kern kunnen halen en dit opschrijven. De docent geeft dan wat controle weg, maar hoeft zich er ook weinig mee bezig te houden, waardoor hij/zij zich beter op het college kan richten. Het apparaat heeft veel informatie om mee te werken. Als het apparaat genoeg kennis van semantiek heeft, kan het bijvoorbeeld makkelijk onessentiële lidwoorden filteren. Door intonatie van de docent kunnen belangrijke woorden worden opgepikt als ze worden benadrukt, gemeten in bijvoorbeeld een toonhoogte of volume.
We willen blinde docenten ook de mogelijkheid geven met dit apparaat grafieken te plotten. In bijna elk vak is er wel iets dat verduidelijkt kan worden met behulp van een grafiek. De robot moet functies kunnen plotten zoals ook een grafische rekenmachine dat kan. Als de via spraak de input kan leveren die normaal op een grafische rekenmachine gegeven wordt, kan de docent met het apparaat communiceren over welke grafieken geplot worden. Daarnaast moet de docent ook labels toe kunnen voegen. Als de docent een afstandbediening gebruikt, kan deze meteen worden gebruikt voor het plotten. Als het systeem op spraakherkenning werkt, moet het een aantal voice commands kennen.
Positie op bord
Als de robot weet wat het op het bord moet zetten, moet het nog bedenken waar het terecht gaat komen. Om dit te bepalen moet de robot ten eerste na het opstarten de omgeving verkennen. Het moet weten hoe groot het bord is en wat de verhoudingen zijn. In westerse talen schrijven we van links naar rechts en van boven naar onder. Het is daarom logisch om linksboven te beginnen. Als we aannemen dat de colleges van de docent een logische volgorde van onderwerpen hebben, is het waarschijnlijk ook logisch om deze volgorde op het bord aan te houden. Omdat schoolborden en white boards vaak breed zijn, is het nuttig om ze in te delen in twee of drie kolommen (het aantal afhankelijk van de grootte van het bord). Het maakt het bord enerzijds overzichtelijker en anderzijds is het handig als het bord vol staat. Bij een vol bord kan de oudste kolom weggeveegd worden voor nieuwe ruimte. Zo kunnen studenten ook nog steeds even terugkijken naar wat er een paar minuten eerder is gezegd, zodat ze de draad minder snel kwijtraken.