Week 4 group 14: Difference between revisions
No edit summary |
|||
Line 149: | Line 149: | ||
* Groep 4 kan de tafeltjes en optellen en aftrekken tot 100 | * Groep 4 kan de tafeltjes en optellen en aftrekken tot 100 | ||
Daarom kan de leraar zelf het programma instellen naar de behoefte van de desbetreffende groep. De leraar kan kiezen voor optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen op het gebied [x,y] of een combinatie van de verschillende operaties. Tevens kan de leraar het maximaal aantal argumenten aangeven, hoeveel vragen er in een sessie zitten, of hij/zij gehele getallen of decimalen getallen wil en of hij/zij de vragen automatisch wil laten doorgaan of handmatig. | Daarom kan de leraar zelf het programma instellen naar de behoefte van de desbetreffende groep. De leraar kan kiezen voor optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen op het gebied [x,y] of een combinatie van de verschillende operaties. Tevens kan de leraar het maximaal aantal argumenten aangeven, hoeveel vragen er in een sessie zitten, of hij/zij gehele getallen of decimalen getallen wil en of hij/zij de vragen automatisch wil laten doorgaan of handmatig. | ||
WE GAAN DUS VOOR EEN TRADITIONELE LEERSTRATEGIE/DIDACTIEK | |||
In <ref>https://scholar.google.nl/scholar?hl=nl&as_sdt=0%2C5&q=Docent+van+deze+tijd%3A+Leren+en+laten+leren&btnG=</ref> wordt hier het volgende over gezegd: In meer traditioneel onderwijs moeten docenten vooral de stof goed kunnen uitleggen, het leren van hun leerlingen kunnen sturen en hen kunnen motiveren om te leren. | |||
Traditionele didactiek De meest traditionele vorm van opleiden is dat docenten-in-opleiding cursussen volgen in het schoolvak zelf, didactiek, psychologie, pedagogiek, en dergelijke, en daarover worden getentamineerd. Met een stageperiode op een school wordt de opleiding tot docent afgesloten. Deze onderwijsvorm zien we in Nederland niet meer zoveel bij het opleiden van docenten, maar in buurlanden zoals Duitsland komt deze nog wel veel voor (Deinum, Maandag, Hofman & Buitink, 2005). Traditionele professionalisering van zittende docenten gebeurt in de vorm van nascholingscursussen, waarbij docenten uit de school naar het nascholingsinstituut komen om de laatste stand van zaken over didactiek en dergelijke tot zich te nemen, al dan niet afgesloten met een toets en een certificaat. Deze vorm van professionalisering komt ook steeds minder voor. | |||
Onderzoek naar de opbrengsten van de verschillende opleidingsmethoden staat nog in de kinderschoenen. | |||
Verder staat in <ref>https://www.rug.nl/research/groningen-institute-for-educational-research/news/analyserekenmethodes2.pdf</ref> dat: De methode is vanaf augustus 2010 beschikbaar en bestrijkt groep 3 tot en met groep 8 van het basisonderwijs. Elk leerjaar bevat negen blokken van elk vier weken, waarbij twee diagnostische toetsen in de vierde week worden afgenomen. Het eerste blok is een herhaling van het jaar ervoor en is optioneel. Kenmerk van de methode is de centrale plek die de basisvaardigheden innemen, waarbij automatiseren, het stapsgewijs oefenen en herhalen en het gebruik van enkelvoudige strategieën uitgangspunt vormen. Per les komt er doorgaans één basisvaardigheid aan de orde, waarin veel zelfstandig geoefend wordt na een korte instructie. In de hogere jaren worden ook andere strategieën aangeboden, waarbij zwakkere rekenaars altijd terug kunnen vallen op de standaardstrategie, om zelfvertrouwen en voldoening van deze leerlingen zo veel mogelijk te waarborgen. Getallen zijn uitgangspunt; taal is niet dominant aanwezig, maar de verwerkingsstof bevat wel contextopgaven. Sterkere rekenaars kunnen extra opgaven maken die meer verdieping geven. | |||
* Hierbij is de methode een traditionele rekenmethode genaamd Reken Zeker | |||
=References= | =References= | ||
<references/> | <references/> |
Revision as of 17:56, 14 March 2018
Return PRE2017 3 Groep14
Progress
Letters for school/parents and an informed consent have been drafted but there are probably some TU/e templates and stuff we need. So we have to wait until after the tutormeeting and ask how we need to do this.
Information needed to conduct the test at the school has been collected. The children in class three have basic arithmatic knowledge, mainly adding and subtracting integers, and naming all the integers that lie in between two other given integers. The school has plenty of iPads and computers to perform the test, on. However, we need to figure out:
- how we will get the computer program on all the iPads/computers
- we need to know for sure that the school agrees with this
- the program UI should be easy to understand, as these children are very young
- the program should be interesting for young kids?
A teacher at the school will contact us shortly, to tell us whether we can conduct the test and if so when/how. Issues concerning informed consent and issues concerning putting the program on the iPads/computers can then be discussed.
Doel van het project
Leraar beter inzetten:
- op tijd/snel herkennen welke kinderen extra hulp nodig hebben
- vraag beantwoorden: welke kinderen hebben moeite met dit onderwerp/welke kinderen hebben mijn extra tijd nodig en welke niet?
- onderbouwend artikel over moeite met onderwerpen niet hele categorie
Middel/idee:
- (uitkomsten van de) quiz
- per week/maand
- per onderwerp
- uitgebouwd op een bestaand systeem
Problemen die we identiciferen/needs of the users:
- privacy
- nee
- didactische theorie
- ja, eventueel een keuze door leraar tussen twee uitersten
- entertainment
- ja, heeft te maken met didactische theorie die onze quiz onderbouwt
- hoe vragen stellen
- competitief
- word onderbouwt door onze didactische theorie
- het moet niet voelen als een test/ druk dat je niet de slechtste wil zijn of een label krijgt
- dit gaan wij niet concreet verbeteren
- maar onze didactische theorie beantwoord die vraag impliciet
- ouders moeten het er mee eens zijn
- gaan we niet op in
- hoe ervaart de leraar dit?
- uitleg van ons systeem
- zou je het willen gebruiken
- denk je dat het gaat helpen om tijd/aandacht beter in te delen
- spreekt het de kinderen aan (didactische theorie)
- gunstig om per onderwerp te testen (klokkijken, tafeltjes, breuken, etc)?
- hoe vaak test je, frequentie
- doen we geen uitspraak over
- laten we aan de leraar over
- hoe test je
- per onderwerp
- we hebben nog een onderzoekje nodig om dit te onderbouwen evt
Wat moet de leraar kunnen kiezen:
- integer/decimal
- onder en boven bound
- operations
- aantal argumenten per vraag
- aantal antwoorden per vraag
- haakjes/geen haakjes
- antwoorden invullen of meerkeuze
Taakverdeling
week 4 (8-15 maart):
- Ellen en Chris
- Klein onderzoek over of testen per onderwerp nuttig is
- Didactische theorie onderzoek (meest relevant/meest gebruikt/etc?)
- Plan van aanpak voor de quiz vanuit de dedactische theorie
- hoe zien de vragen eruit
- competitief
- entertainment
- Begin aan de enquête met concrete vragen opgesteld
- Sophie en Dennis
- Basis van de UI (scheiding tussen leraar en kinderen)
- Basis van de achterliggende code (vragen invoeren en beantwoorden)
- basis rekenvragen, meerkeuze
- Abby
- na de quiz: leraar kan een overzicht opvragen van wie er hulp nodig heeft
- tijdens de quiz:
- welke vraag is er gesteld
- timer
- hoeveel er nog moet antwoorden
- percentage goed/fout
- doorklikken naar volgende vraag
Week 4 tweede helft
- communicatie af
- enquete moet af
- plan van de quiz moet af
Week 5 (15 - 22 maart)
- Enquete versturen
- didactische theorie plan implementeren
Week 6 (22 - 29 maart)
- enquete verwerken
- verslag schrijven
- presentatie voorbereiden
- extra reken onderwerpen toevoegen
Didactische leeromgeving
Artikelen voor ons idee:
Uit onderzoeken van de rijksoverheid [1] blijken de volgende dingen:
- Opsplitsen van de grote groep in kleinere groepen in leerjaar 3 heeft een positief effect op de prestaties van de leerlingen, doordat er meer interactie waargenomen wordt.
- Ruim 90 procent van de leraren in het primair onderwijs gebruikt computers bij het lesgeven. Volgens hun kan het gebruik van ICT kan bijdragen aan efficiënter, effectiever en aantrekkelijker onderwijs.
In het boek, het didactische werkvormenboek [2], worden de volgende belangrijke aspecten gevonden bij lesgeven:
- Leerlingen nemen het beste informatie op door te lezen en te kijken.
- Bij het stellen van vragen moet er gelet worden dat er zowel open als gelosten vragen gesteld worden
- Zowel klassikaal als in kleine groepjes/individueel gewerkt worden
- Het wisselen tussen werkvormen werkt bevorderlijk voor het leren van informatie. Bijvoorbeeld het wisselen tussen spelletjes en sommen maken.
Voor ons project hebben we gekozen voor een traditioneel onderwijs systeem zoals beschreven is in bovenstaand boek, hier wordt het volgende mee bedoelt:
- De docent bepaalt grotendeels de inhoud en de volgorde van het onderwijs
- Nadruk ligt op klassikaal overdragen van kennis en vaardigheden
- Er is een leerplan waarbij bepaalde vakken en vakgebieden centraal staan
- Leren is een individuele activiteit
- De prestaties van een leerling worden getoetst
Hierbij willen we het aspect spelenderwijs leren benadrukken.
Het volgende artikel [3] laat ons zien dat het onderwijs niet lijkt aan te sluiten bij het natuurlijke, experimentele leerproces van kinderen. In games is het wel mogelijk op een natuurlijke manier te leren, waardoor het gebruik van games relevant kan zijn voor het basisonderwijs. Er moet een goede balans zijn tussen speelplezier en effectief leren, zodat de voordelen van spelenderwijs leren bewaard blijven. Er moet gelet worden op de volgende items bij het stellen van de vragen:
- de informatie moet niet op een (te) abstracte manier worden gepresenteerd, laat het inspreken tot de kinderen hun verbeelding,
- er moet meer herhaling plaatsvinden,
- belangrijke informatie moet op meer dan één manier worden overgebracht,
- het moet niet te snel verlopen,
- er moet gebruik worden gemaakt van realistische karakters,
- maak gebruik van animatie, kinderlijke dialogen, interactiviteit en directe feedback,
- kinderen moeten niet te snel afgestraft worden voor een fout.
Dit is een artikel [4] met een goed voorbeel dvan spelenderwijs leren. De nadruk ligt op intrinsieke motivatie om dingen te doen waar kinderen dan van leren, en dus niet op het sugar-coaten van leren. Het is een misverstand dat mensen/kinderen niet willen leren, het moet simpelweg vanuit ze zelf komen.
Een uitgebreide uitleg over op welke vlakken de Montessori didactiek overeenkomt met spelenderwijs leren en op welke vlakken niet. Dit geeft dus veel inzichten in spelenderwijs leren ansich en in hoe Montessori scholen dit aanpakken. [5]
Playful learning toegepast in een mobiele game, wat praktisch is wat wij willen doen dus lijkt een handig artikel. [6] gaat over het design.
We can conclude from this that we want to focus on playful learning in an app. We will do this by asking simple maths questions using fun pictures of opjects (animations if possible) this way we hope to intrinsically motivate the children to play with our app. Other things we will implement is that we want to make sure it will not go too fast and we can use child-friendly language.
Vragen
We hebben 3 type vragen:
- Het aantal schapen, varkens, koeien en kippen
- Dieren met bordjes vraag
- Vlak met x aantal random punten, plaats deze punten zodat als er een plaatje op komt deze niet overlappen.
- Tijdlijn vragen
Volgens de volgende website [7] kunnen de leerlingen van onze doel groepen de volgende dingen aan het einde van het jaar:
- Groep 3 kan optellen en aftrekken tot 20
- Groep 4 kan de tafeltjes en optellen en aftrekken tot 100
Daarom kan de leraar zelf het programma instellen naar de behoefte van de desbetreffende groep. De leraar kan kiezen voor optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen op het gebied [x,y] of een combinatie van de verschillende operaties. Tevens kan de leraar het maximaal aantal argumenten aangeven, hoeveel vragen er in een sessie zitten, of hij/zij gehele getallen of decimalen getallen wil en of hij/zij de vragen automatisch wil laten doorgaan of handmatig.
WE GAAN DUS VOOR EEN TRADITIONELE LEERSTRATEGIE/DIDACTIEK
In [8] wordt hier het volgende over gezegd: In meer traditioneel onderwijs moeten docenten vooral de stof goed kunnen uitleggen, het leren van hun leerlingen kunnen sturen en hen kunnen motiveren om te leren.
Traditionele didactiek De meest traditionele vorm van opleiden is dat docenten-in-opleiding cursussen volgen in het schoolvak zelf, didactiek, psychologie, pedagogiek, en dergelijke, en daarover worden getentamineerd. Met een stageperiode op een school wordt de opleiding tot docent afgesloten. Deze onderwijsvorm zien we in Nederland niet meer zoveel bij het opleiden van docenten, maar in buurlanden zoals Duitsland komt deze nog wel veel voor (Deinum, Maandag, Hofman & Buitink, 2005). Traditionele professionalisering van zittende docenten gebeurt in de vorm van nascholingscursussen, waarbij docenten uit de school naar het nascholingsinstituut komen om de laatste stand van zaken over didactiek en dergelijke tot zich te nemen, al dan niet afgesloten met een toets en een certificaat. Deze vorm van professionalisering komt ook steeds minder voor.
Onderzoek naar de opbrengsten van de verschillende opleidingsmethoden staat nog in de kinderschoenen.
Verder staat in [9] dat: De methode is vanaf augustus 2010 beschikbaar en bestrijkt groep 3 tot en met groep 8 van het basisonderwijs. Elk leerjaar bevat negen blokken van elk vier weken, waarbij twee diagnostische toetsen in de vierde week worden afgenomen. Het eerste blok is een herhaling van het jaar ervoor en is optioneel. Kenmerk van de methode is de centrale plek die de basisvaardigheden innemen, waarbij automatiseren, het stapsgewijs oefenen en herhalen en het gebruik van enkelvoudige strategieën uitgangspunt vormen. Per les komt er doorgaans één basisvaardigheid aan de orde, waarin veel zelfstandig geoefend wordt na een korte instructie. In de hogere jaren worden ook andere strategieën aangeboden, waarbij zwakkere rekenaars altijd terug kunnen vallen op de standaardstrategie, om zelfvertrouwen en voldoening van deze leerlingen zo veel mogelijk te waarborgen. Getallen zijn uitgangspunt; taal is niet dominant aanwezig, maar de verwerkingsstof bevat wel contextopgaven. Sterkere rekenaars kunnen extra opgaven maken die meer verdieping geven.
- Hierbij is de methode een traditionele rekenmethode genaamd Reken Zeker
References
- ↑ Inspectie van het Onderwijs, "De staat van het onderwijs", Onderwijsverslag 2011/2012, april, 2013, from: http://www.rijksbegroting.nl/binaries/pdfs/ocw/onderwijsverslag-2011-2012-printversie.pdf
- ↑ Piet Hoogeveen, Jos Winkels "Het didactische werkvormenboek", from: https://books.google.nl/books?hl=nl&lr=&id=5v9peu5jRfgC&oi=fnd&pg=PA19&dq=didactische+werkvormen+basisonderwijs&ots=ARLOURzljI&sig=x_9xhZYBBVB8-cEMIeIQzRvK35I#v=onepage&q&f=false
- ↑ Tessa van Asselt, "De toepassing van games in het basisonderwijs", from: https://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/209813/Masterscriptie%20Tessa%20van%20Asselt%203012468.pdf?sequence=1
- ↑ https://llk.media.mit.edu/papers/edutainment.pdf
- ↑ https://files.eric.ed.gov/fulltext/EJ1077161.pdf
- ↑ http://www.apsce.net/uploaded/filemanager/9fca62c6-c92d-4718-8776-1d995c69ca98.pdf
- ↑ from: https://wijzeroverdebasisschool.nl/
- ↑ https://scholar.google.nl/scholar?hl=nl&as_sdt=0%2C5&q=Docent+van+deze+tijd%3A+Leren+en+laten+leren&btnG=
- ↑ https://www.rug.nl/research/groningen-institute-for-educational-research/news/analyserekenmethodes2.pdf