Response op mailcorrespondentie: Difference between revisions
No edit summary |
No edit summary |
||
Line 7: | Line 7: | ||
* Vertrouwensrelatie tussen mens en robot als doel stellen? | * Vertrouwensrelatie tussen mens en robot als doel stellen? | ||
Bedoel je met adolescenten (=jong volwassenen) ook de volwassenen of laat je deze groep buiten beschouwing? | '''Bedoel je met adolescenten (=jong volwassenen) ook de volwassenen of laat je deze groep buiten beschouwing?''' | ||
Ja, we bedoelen ook de volwassenen. Dus de vier leeftijdsgroepen worden dan: kinderen (t/m 10 jaar ?), tieners (11 t/m 20 jaar ?), volwassenen (21 t/m 65 jaar ?) en ouderen (65+ jaar). | Ja, we bedoelen ook de volwassenen. Dus de vier leeftijdsgroepen worden dan: kinderen (t/m 10 jaar ?), tieners (11 t/m 20 jaar ?), volwassenen (21 t/m 65 jaar ?) en ouderen (65+ jaar). | ||
Stel dat de hypothesen rond robot 1 en 2 geen stand houden. Hoe kun je dan het projectresultaat opleveren (handleiding hoe bouw ik een robot die acceptabel is voor iemand van een bepaalde leeftijd)? | '''Stel dat de hypothesen rond robot 1 en 2 geen stand houden. Hoe kun je dan het projectresultaat opleveren (handleiding hoe bouw ik een robot die acceptabel is voor iemand van een bepaalde leeftijd)?''' | ||
Stel dat de hypothese onwaar blijkt te zijn dan kunnen we dit na de eerste week testen al constateren. Met behulp van de ingevulde vragenlijsten kunnen we dan bepalen hoe de robots aangepast moeten worden om ze aantrekkelijker te maken. Stel dat de aanpassingen zo groot zijn dat ze niet haalbaar zijn, dan kunnen we nog altijd nieuwe conclusies verbinden aan de vragenlijsten. Mocht de hypothese dus incorrect zijn, dan zijn er altijd de vragenlijsten nog die wél een beeld moeten geven van wat mensen willen. Dit betekent niet dat de robots er slechts zijn ter ondersteuning van de vragenlijst, want denken en ervaren zijn twee verschillende dingen. Mensen hebben het vaak nodig om iets te ervaren voordat ze er een goed onderbouwde mening over kunnen geven, en als we alleen de vragenlijst zouden voorleggen dan missen de mensen de ervaring, en worden de antwoorden dus gebaseerd op een vermoeden, en niet een ervaring, en dat levert mogelijk incorrecte informatie op. | Stel dat de hypothese onwaar blijkt te zijn dan kunnen we dit na de eerste week testen al constateren. Met behulp van de ingevulde vragenlijsten kunnen we dan bepalen hoe de robots aangepast moeten worden om ze aantrekkelijker te maken. Stel dat de aanpassingen zo groot zijn dat ze niet haalbaar zijn, dan kunnen we nog altijd nieuwe conclusies verbinden aan de vragenlijsten. Mocht de hypothese dus incorrect zijn, dan zijn er altijd de vragenlijsten nog die wél een beeld moeten geven van wat mensen willen. Dit betekent niet dat de robots er slechts zijn ter ondersteuning van de vragenlijst, want denken en ervaren zijn twee verschillende dingen. Mensen hebben het vaak nodig om iets te ervaren voordat ze er een goed onderbouwde mening over kunnen geven, en als we alleen de vragenlijst zouden voorleggen dan missen de mensen de ervaring, en worden de antwoorden dus gebaseerd op een vermoeden, en niet een ervaring, en dat levert mogelijk incorrecte informatie op. |
Revision as of 08:27, 17 September 2014
Terug: PRE_Groep5
Probeer het doel beter en specifieker te definieren:
- Focussen op minder groepen?
- Technofobie als doel?
- Vertrouwensrelatie tussen mens en robot als doel stellen?
Bedoel je met adolescenten (=jong volwassenen) ook de volwassenen of laat je deze groep buiten beschouwing? Ja, we bedoelen ook de volwassenen. Dus de vier leeftijdsgroepen worden dan: kinderen (t/m 10 jaar ?), tieners (11 t/m 20 jaar ?), volwassenen (21 t/m 65 jaar ?) en ouderen (65+ jaar).
Stel dat de hypothesen rond robot 1 en 2 geen stand houden. Hoe kun je dan het projectresultaat opleveren (handleiding hoe bouw ik een robot die acceptabel is voor iemand van een bepaalde leeftijd)? Stel dat de hypothese onwaar blijkt te zijn dan kunnen we dit na de eerste week testen al constateren. Met behulp van de ingevulde vragenlijsten kunnen we dan bepalen hoe de robots aangepast moeten worden om ze aantrekkelijker te maken. Stel dat de aanpassingen zo groot zijn dat ze niet haalbaar zijn, dan kunnen we nog altijd nieuwe conclusies verbinden aan de vragenlijsten. Mocht de hypothese dus incorrect zijn, dan zijn er altijd de vragenlijsten nog die wél een beeld moeten geven van wat mensen willen. Dit betekent niet dat de robots er slechts zijn ter ondersteuning van de vragenlijst, want denken en ervaren zijn twee verschillende dingen. Mensen hebben het vaak nodig om iets te ervaren voordat ze er een goed onderbouwde mening over kunnen geven, en als we alleen de vragenlijst zouden voorleggen dan missen de mensen de ervaring, en worden de antwoorden dus gebaseerd op een vermoeden, en niet een ervaring, en dat levert mogelijk incorrecte informatie op.